Feedback bundeling door Sanne De Greef 5-3-2023

 

De feedback op het project NPBW vanuit de bio-landbouwers is tot nu toe unaniem positief. Het wordt gezien als een kans om de bio- en regeneratieve landbouw in deze regio een boost te geven en sommigen dromen zelfs van een regio waar volop kan geëxperimenteerd worden en kennis gedeeld. We kozen ervoor om  de feed back van 5 bio-boeren, 1 zorgproject en 1 agro-ecologische beweging anoniem te bundelen in deze tekst. We hopen later nog feedback te krijgen van andere projecten/ boeren.

We vertrekken van 2 gemeenschappelijke principes:

  1. Basisprincipe waarover we het eens zijn is dat de natuur dringende boost en herstel nodig heeft. Behalve ethische overwegingen daaromtrent maakt de natuur ook inherent deel uit van onze landbouwmodellen en we hebben een grote biodiversiteit en gezond bodemleven nodig voor ziekte-en plaagbestrijding, voor het verkrijgen van een mooie productie en voor een duurzaam omgaan met watergebruik. We wensen zuinig en circulair om te gaan met onze grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. We wensen deze niet te beschadigen, integendeel ze te herstellen. Alle bevraagden hanteren het principe van ecologische verbindingen BINNEN de landbouwbedrijven: ref. Agro-forestry, BD lanbouw (10 % moet besteed worden aan natuur), permacultuur d.m.v. bomen, heggen, natte garslanden, bosjes, poelen…. Sommigen nemen de situatie ten tijde van de Ferrariskaarten als referentie voor goed beleid voor het ruimtegebruik.

 

  1. Een tweede gemeenschappelijk principe is de emancipatorische visie op de rol van de landbouwer.  We willen zo min mogelijk afhankelijk zijn van overheden. We zorgen ervoor dat onze bedrijven van binnenuit gezond zijn i.p.v. uitwendig in te grijpen. Zo kiezen we voor veel teeltvariatie waardoor plagen minder kansen krijgen, i.p.v. bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Maar ook zetten we bvb in  op een nauw contact met de klant die ons daardoor steunt en een eerlijke prijs betaalt i.p.v. afhankelijk te worden van overheidssteun. Wij willen aan landbouw doen zonder vast te hangen aan grote leningen en zo weinig mogelijk administratieve verplichtingen. We willen zoveel mogelijk op ons land zijn. We maken bewuste keuzes en leggen accenten die passen bij onze persoonlijkheid en willen zo ons bedrijf creatief uitbouwen. De landbouwmodellen die nu al hefboom zijn in die emancipatie van de boer zijn CSA, Coöperatieven, … en berusten op de volgende pijlers:

 

  • De intrinsieke motivatie van zowel de landbouwers als de klant om te kiezen voor een regeneratieve landbouw. Deze is krachtiger dan de wortel en de stok-methode van het GLB of andere subsidievormen.
  • Een correcte prijs en een verzekerde afzet voor de boer dankzij aandelenverkoop, weerkerende  samenwerkingsverbanden, vertrouwensrelaties, communicatie (uitleggen waarom je bvb in de winter geen verse bloemen hebt en hoe je dan je prijs berekent). 
  • Eens een bepaalde afzet verzekerd is, kan gewerkt worden naar uitbreiding of opschaling, en niet omgekeerd. Opschaling en afzet gaan hand in hand. Opschaling is geen streefdoel.

 

 

Maar we zien ook wat problemen:

Er moet goed nagedacht worden over de rol van de overheid in deze. De overheid van nu is niet de overheid van morgen. Daarenboven is de overheid onderhevig aan lobbywerk.  Ze is ook betrokken partij (vastgoedopbrengsten). Anderzijds moet zij haar kerntaken, zoals gezonde voedselvoorziening en zorgen voor een gezond leefmilieu, uitvoeren. De inmenging vd overheid moet zo klein mogelijk gehouden worden en zo groot als nodig, en zou volgens ons in relatie tot  landbouw deze  zaken voor ogen moeten houden:

  1. het veilig stellen van onze natuurlijke hulpbronnen
  2. het veilig stellen van een gezonde leefomgeving
  3. het veilig stellen van het principe van gezond voedsel voor iedereen
  4. het faciliteren van landbouwmodellen die bovenstaande principes hanteren

We zitten in het NPBW in dicht bevolkt gebied  waarin  verschillende actoren werkzaam zijn, elk vanuit hun eigen motivatie. Daardoor is er soms letterlijk ruimtelijke overlap van activiteiten (zoals pesticiden die overwaaien naar de bio-boer, paardenhouderij in landbouwgebied of grond van oude hoeves die verkaveld wordt, …) Evenzeer zijn er, naast overeenkomsten, ook  grote verschillen in visie op het omgaan met onze ruimte. Sommige verschillen zijn zelfs zo groot dat ze nadelig zijn voor andere actoren ( stikstofprobeem, paardenhouders, oprukkende verstedelijking…). Ten slotte is er de overheid die niet alleen regulerend optreedt maar ook bepaalde modellen stimuleert of afremt. Volgens welke criteria dat gebeurt, moet transparant, eenvoudig en democratisch verlopen, niet in het minst om polarisatie af te bouwen.

De vraag is dus hoe, door wie en volgens welke principes de regie van onze ruimte in handen zal genomen worden binnen het NPBW.

Enkele bedenkingen daaromtrent:

  • Hoeveel landbouwgrond hebben we eigenlijk nodig?
  • Hoe wordt het land verdeeld? Door de boeren onderling of centraal gestuurd, zoals een grondbank?
  • Hoe zal er omgesprongen worden met grootschalige landbouw? Waarom krijgen zij wel een plek en bvb een paardenfokker niet? Volgens welk criterium wordt hier geoordeeld?
  • Hoe krijgen kleinere boeren de kans te blijven bestaan?
  • Kan de oneerlijke concurrentie tussen grote en kleine boeren opgevangen worden?

 

Wat kan de overheid volgens ons alvast wél doen: (deze lijst is een verzameling van alle suggesties en kan tegenstrijdigheden of overlap bevatten.)

  1. VERMARKTING ONDERSTEUNEN

 

De afzet is de bottleneck voor veel boerenbedrijven, zeker als ze geen of zo min mogelijk overheidssteun wensen. We zien dat wanneer de afzet verzekerd is er veel ruimte en energie vrijkomt om vooruitstrevend en ambitieus te zijn.

De overheid kan:

  • regulerend optreden op de (wereld)markt en inzetten op een eerlijke prijs voor de boer (zie ook de EGALim wet in Frankrijk.) Kan dat vertaald worden naar regionaal niveau?
  • faciliteren bij vermarkting, ook op lokaal vlak, zeker voor korte keten. Afzet aan overheden, OCMW’s, grootkeukens van instellingen etc…
  • promoten van verblijfsaccomodatie, zelfplukdagen, bedrijfsbezoeken,…
  • bevolking sensibiliseren en informeren over gezond voedsel, belang biodiversiteit, belang regeneratieve landbouw, belang van levende bodem.
  • het VLIF kan middelen ter beschikking stellen voor het (co)financieren van (of investeren in) regionale verkooppunten, verwerkingsinitiatieven
  • overheid moet erop toezien obstakels weg te nemen (bv FAVV regels voor kleinschalige verwerkingseenheden moeten niet dezelfde zijn dan deze die gelden voor grootschalige industriële verwerking).
  • ondersteunen van regionale logistieke systemen : transport, verzamelen en distributie efficiënter maken en de administratieve lasten verminderen.
  • ondersteunen van  distributie bij korte keten initiatieven
  • hulp bij regie voor het regionaal afstemmen vraag en aanbod
  • ondersteun de verwerkende bedrijven van regionale producten (bv fermenteren van groenten). Voorzie middelen (vanuit het VLIF?) om te experimenteren.
  • Loskomen van hoog vrijwilligersgehalte van lokale afzetinitiatieven, inzetten op professionalisering vd afzet, bvb verkooppunt naast veld gelegen (bioké in Wallonie). Kennis delen over initiatieven die succesvol zijn in Wallonie en Frankrijk.

 

 

  1. SUBSIDIES
  • Steun van overheid voor landbouwactiviteit in de vrije markt zou niet van die aard mogen zijn dat zij een deel van het loon van de boer dekt--> oneerlijke concurrentie en ongewenste inhoudelijke sturing. Alleen steun in de rand: afdingen eerlijke prijs, heggen en hagen, omheiningen, faciliteren grondstoffen voor verduurzaming, waterbekkens,…
  • Dat een overheid sturend optreedt zou onderworpen moeten zijn aan een toetsing van buitenaf die positieve of negatieve discriminatie onder de loupe neemt om bvb oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
  • Steun voor de boer als landschapsbeheerder zou moeten getransformeerd worden naar volwaardig partnerschap en zou administratief eenvoudig moeten zijn.
  • Steun verlenen aan bio en regeneratieve landbouw . Experimenten en onderzoek ondersteunen. Risicopremie voor experimenterende boeren. Ook voor kleine of deeltijdse boeren.
  • Steun verlenen vanuit een holistische kijk op het landbouwbedrijf. Niet alleen via ecoregelingen en beheersovereenkomsten, maar instrumenten ontwikkelen die gangbare boeren de kans geven om te schakelen of nieuwe bio-boeren de kans geven om te starten.
  • Omschakelingspremies ook voor bloemen, overheidssteun ook voor nieuwe soort landbouwers: CSA, deeltijdse landbouwers, initiatieven op de wip tussen landbouw en zorg.
  • Subsidies en stimulansen toespitsen op de bron om de bio-landbouw te stimuleren: toegang tot grond, opleiding, rechtszekerheid, …
  • Steun bij aanleg en onderhoud heggen en houtkanten én in samenspraak met de boer, faciliteren van toegang tot werkingsmiddelen zoals compost, houtsnippers, machines voor graslandbeheer,…
  • Subsidies dmv een eenvoudig systeem en ZONDER extra papierwerk.
  • Een verschuiving bewerkstelligen van steun voor kwantiteit (hectaresteun) naar steun voor kwaliteit op vlak van milieu en voedsel.
  • Geen steun meer om het inkomen te vervangen, enkel nog steun voor extra inspanningen op vlak van bodem, bio-diversiteit etc…De boer moet zelf in zijn basisinkomen weten te voorzien.
  • Gangbare bedrijven met een haalbaar omschakelingsplan voor een agro-ecologisch alternatief moeten gesteund worden door onafhankelijke adviseurs die het totaalplaatje van hun bedrijf onder de loupe nemen
  • Via beheersovereenkomsten op maat in de Brabantse Wouden grote overgangsstroken creëren tussen traditionele landbouwpercelen en bio-percelen. Dit zal de overgang naar bio op LT vergemakkelijken (beetje idem akkerranden aanleggen op afstroom pesticiden naar rivieren).
  • De grote verplichte landbouwregels op een andere schaal vertalen naar deze kleinschalige landbouw
  • Bio belonen door belasting- en/of lastenvermindering en/of door financiële steunmaatregelen, opleidingen..
  • Pleiten voor geen of lagere btw op regioproducten/ op aankoop percelen met het oog op bioteelt.
  • Het zou super zijn mocht dit project met als hoofddoel het verbinden van bos en natuurgebied verbreed worden met de ondersteuning van een  bio-tussengebied om deze gebieden te verbinden.
  • Steun voor opleidingen geven dmv opleidingscheques, ook voor technieken uit permacultuur of andere

 



  1. TOEGANG TOT GROND

     Toegang tot grond moet geregisseerd worden.

  • Principe van natuuruitbreiding ten koste van beton, niet van landbouw.
  • De pachtwet moet niet alleen de pachters en de eigenaars dienen, maar moet ook stil staan bij het maatschappelijk belang van landbouwgronden. Er moet een wet komen die agro-ecosysteemdiensten van boeren veilig stelt via een nieuwe pachtwetgeving.
  • Hoeveel landbouw hebben we eigenlijk nodig? – transparantie en info geven over verschillende modellen.
  • Wat voor soort producten moet die landbouw leveren? Vlees, groenten, kaas, melk, chips, confituur, bloemen, alpaca wol, paarden, therapie, zorg…?
  • Hoeveel plek willen we maken voor natuurgerelateerde zorgprojecten? Wat hebben zij nodig en hoe komen zij aan grond?
  • Is de overheid de geschikte instantie om de regie in handen te nemen?
  • Landbouwgrond mag niet verloren gaan aan niet agro-gerelateerde doeleinden.
  • Grondeigenaars moeten kunnen voorwaarden stellen aan wie er op hun grond werkt. (Zie ook de landgenoten).
  • Langlopende contracten zijn nodig.
  • Ingrijpen op de markt: bij verkoop grond voorwaarden stellen die gunstig zijn om agro-ecologische doelen te bereiken.
  • Nieuwkomers toegang tot grond geven
  • Leeggevallen boerderijen moeten opnieuw landbouwgrond worden. De boer moet vergoed worden vanuit een fonds.
  • Grondbank waar land bij einde pacht in gaat moet opnieuw verdeeld worden door bvb VLM of een nieuw orgaan en daarbij moeten voorwaarden opgelegd worden, bvb bio, … In ruil daarvoor krijgt de boer meer zichtbaarheid, promotie, label, een deel verzekerde afzet,…Nieuwe pachters kunnen dan kiezen of ze wel of niet op dat stuk land willen werken.
  • Een is nood aan een overkoepelend orgaan dat aan landschapsinrichting doet en beslist welke gronden op welke manier ingevuld worden, bvb CSA aan de dorpsrand en nabij de eigen woning, zorginitiatieven aan de bosrand, waar komen waterbekkens, waar infiltratiezones, waar agroforestry en waar gangbare landbouw?
  • Opstellen van een grondenbank waar grond van bedrijven die stoppen in terecht komt en herverdeeld wordt.

 

 

 

  1. BODEMOPBOUW
  • Ontwikkel een manier om te leren van bodemstalen: hoe lees je een verslag en welke conclusies moet je trekken, welke verbeteringen kan je doen?
  • We zetten minder in op compost, maar vooral door groenbemesters (doorlevende gewassen, liefst mengsels) te zaaien die op de bedden blijven, dus  levend organisch materiaal. + mulch van takken, bladeren, stro. Hier zijn we nog zoekende welke gewassen het meest geschikt zijn. De natuurlijke bodembedekkende planten die nu spontaan op onze velden verschijnen zijn muur, paarse dovennetel, witte dovennetel, hondsdraf. We zouden graag het effect kennen van het samenleven van deze met onze gecultiveerde gewassen --> onderzoek en kennisdeling
  • Interessante visie is dat wanneer niet kerende technieken worden gebruikt om het bodemweefsel intact blijft en dat daardoor de productie verhoogt--> onderzoek en kennisdeling daarrond

 

  1. WATER
  • Water: opvang regenwater in wadi’s, reservoirs, regenput of tanks+ sponswerking bodem verbeteren
  • Collectief en gesubsidieerd waterreservoir dat dienst doet voor meerdere boeren uitwerken
  • Water opvangen op het bedrijf+ steun voor reservoirs: wat met het visuele effect? Vergunningen?
  • Koolstofopslag en bomen (of schaduw) is antwoord op hitte en droogtestress: sponsfunctie versterken, beter water in de grond houden dan irrigeren

 

 

  1. GRONDSTOFFEN EN ZADEN
  • Regelgeving rond uitwisselen en vermarkten van lokaal en biologisch geteelde zaden.
  • Stimuleren van netwerken voor compost, hakselhout, bladeren, maatwerkbedrijven voor onderhoud hagen,…

 

  1. ZORG , LANDBOUW EN NATUUR
  • Maak werk van een sociale voedselzekerheid, ook voor mensen die minder kapitaalkrachtig zijn. (In korte keteninitiatieven wordt nu al gebruik gemaakt van een solidariteitsprincipe waarbij de kapitaalkrachtige klanten wat meer betalen en de minder kapitaalkrachtigen wat minder).
  • Er is een zeer grote vraag naar initiatieven waarbij de link gelegd wordt tussen landbouw, natuur en zorg, Bvb coachen in de natuur, bosbaden, paardentherapie, zorgboerderijen, ervaringsgericht leren in de natuur, wildplukcursussen, etc…. dit soort projecten. Zij vallen niet onder de noemer landbouwers.
  • Maak vrijwilligerswerk in de landbouw weer mogelijk.
  • Inzetten op zorg voor het landschap. Algemeen heeft een landbouwer vrijheid nodig bij beheer van zijn natuurelementen. Vaak is regelgeving ter bescherming van natuur te rigide en houdt te weinig rekening met de (grillige, weersafhankelijke) realiteit van boeren en met consequenties van klimaatverandering (die fenologische data wijzigt waardoor data in regelgeving niet meer overeenkomt met reële bloei- en broeddata).

 

  1. PARTNERSCHAP
  • Vanuit onze intrinsieke motivatie om ons in te zetten voor een herstellende landbouw in nauwe verwevenheid met natuur, zouden we graag een echt partnershap zien ontstaan tussen landbouw en natuur. (-> concessies die eenzijdig door ANB opgezegd kunnen worden; het niet volledig en zonder inspraak onderworpen worden aan overdreven vergunningsplicht, bvb het niet meer mogen vellen van bomen in kader van onderhoud van een houtwal of juist verplicht worden om die om de 7 jaar volledig kort te zetten.)
  • Naast de machtige lobby van de Boerenbond heeft nu ook, begrijpelijkerwijs, Natuurpunt zich opgewerkt tot machtige speler. Zo geraken we verzeild in een opbod van machtsposities. We zouden graag op zoek gaan naar een manier om die machtsposities te temperen en af te vlakken. Bioboeren maar ook kleine boeren zitten omwille van hun kleinschaligheid in deze regio nog vaak geplet tussen die twee partijen.  Een onafhankelijke regelgeving zou hier kunnen op inspelen.
  • Tot slot willen we ons als bio-boeren voor 100% inzetten voor deze landbouwtransitie en meer natuur.   Maar niet alle kosten mogen op de individuele landbouwer afgewenteld worden; schade ten gevolge van meer natuur moet worden voorkomen, hersteld of vergoed  door de overheid. Zo vinden wij dat het niet aan de boer is om zich te beschermen tegen everzwijnen, maar aan de overheid  om de everzwijnen van de boer zijn velden te houden, omgewoelde weilanden te komen frezen en herstellen. Dit zou snel, efficiënt en kosteloos moeten zijn voor de boer. Ook is er bescherming nodig tegen passanten die ongevraagd op het terrein komen en zelfs stelen: meer hagen rondom onze percelen, aangevuld met afrastering op strategische plaatsen is nodig. Financiële ondersteuning hierbij en/of hulp met arbeidsuren en materieel kan ons helpen.
  • Om hier goede afspraken over te maken met ANB, hebben we nood aan een onafhankelijke expert die kan modereren, bvb Ignace Schops, Koen Willekes (ILVO),…

 

 

Tot slot nog enkele bedenkingen:

  • Van de bioboeren in de streek zijn er al minstens drie bloemenboeren. Die moeten opgenomen worden, ook al gaat het niet over voedselproductie.

 

  • We beseffen dat we niet vechten tegen de gangbare landbouw, maar wel voor ons eigen landbouwmodel. Toch berokkent de gangbare landbouw ons nadeel op vlak van biodiversiteit en leefmilieu.  We vragen ons af hoe de doelstellingen hieromtrent gemeten zullen worden en welke tussendoelen worden gesteld? Welk orgaan volgt dit op en monitort dit?

 

  • Technologie kan in sommige gangbare landbouwvisies oplossingen bieden. Dat moet wel nog onderzocht worden. Hoeveel en welke plaats geven we in afwachting aan dit soort oplossingen ? Hoe wordt de effectiviteit gemeten ?--> wij verwachten meting en monitoring van de biodiversiteitsgraad. Dit moet resultaatsgericht zijn en frequent gebeuren.

 

Conclusie:

Naast het concreet uitwerken van een reeks aanbevelingen, ideeën en suggesties lijkt het voor ons de grootste uitdaging om ervoor te zorgen dat dit een bottum-up verhaal blijft.