Fijn dat je de tijd neemt om verder te lezen!
Bookette bestaat 5 jaar. Hoera!
De eerste twee jaren van Bookette stonden in het teken van de aanleg van de tuin en het ontdekken van de bloemen. In het derde en vierde jaar kwamen er 2 percelen bij en is onze logistiek een pak efficiënter geworden. Het laatste jaar heb ik me vooral gericht op het vergroten van de rendabiliteit en kregen we ons bio-label.
Tussen alle bezigheden door werd het me eventjes troebel voor de ogen deze zomer. Schaalvergroting, efficiëntie en streven naar een hogere omzet, dat brengt een hoop stress met zich mee. Veel deadlines en (bijna) geen vrije tijd. Dus toen in Juli het klimaatrapport uitkwam, ons veld en andere gebieden onder water liepen en al onze najaarsbloemen verloren gingen onder 1 meter stilstaand water, had ik het allemaal niet meer op een rij. De natuur die onze bondgenoot zou moeten zijn, deelde rake klappen uit. Eens geïncasseerd, begon het gepieker: een nul-uitstoot genereren, hoe doe je dat in godsnaam? Doe een brik melk open en je bent fout bezig. Anti-worteldoek? Stro van bij de gangbare boer om de hoek? Tulpenbollen uit Holland? Bosmaaien, zaden importeren, pakjes aan huis laten leveren... Fout fout fout. Om nog te zwijgen over de uitstoot van mijn dieselwagen.
Ik loop vast in het verhaal van ‘als maar méér’. Al dat streven heeft een keerzijde. De rijken worden rijker, de armen gaan ten onder en jij en ik, wij worden vechters, of, als we geen oplossingen meer zien, moedeloos. Ook in mijn andere job als opvoedster in Centrum Ganspoel voel ik de druk van schaalvergroting die ten koste gaat mensen. Vacatures raken niet ingevuld. Mensen worden ziek als de druk te lang aanhoudt. En dat is heus niet alleen corona-gerelateerd.
Eén van mijn beste vriendinnen die architect is vertelde me opgetogen over een project waarbij men door de industrie bezoedelde gronden ging beplanten met hennep voor biomassa. Niemand wilde opdraaien voor de kosten van een sanering, en zo kon die grond toch nog nuttig gebruikt worden terwijl de bodem hersteld werd. Ik snap het positivisme, maar het maakt me droevig dat wij mensen altijd maar het onderste uit de kan willen halen. Zelfs een ‘zieke’ grond moet nog opbrengen. Als we de natuur of de bodem zouden bekijken als een ander levend wezen (wat het ook is) zouden we er een heel andere relatie mee ontwikkelen. We hebben een instrumentele houding ten opzichte van de natuur: we nemen, zonder ons af te vragen wat die andere nodig heeft om zich goed te kunnen voelen of gezond te blijven.
Misschien is minder wel ‘meer’. Dingen weglaten, om dat wat er wél is, echt goed te kunnen doen, zonder erachter aan te hollen, zonder de reserves te moeten uitputten. Werken volgens de regels van de kunst. Wanneer heb jij dat voor het laatst gedaan?
Vorige week las ik het boek ‘We zijn met te veel- Een pleidooi voor een herbergzame wereld’ van Fons Jena (uitgeverij Eburon), over de impact van het te grote aantal mensen op de gezondheid van de aarde. Het boekt leest als een trein, niet in het minst omdat er veel confronterend cijfermateriaal wordt aangereikt. Zo lees ik bijvoorbeeld dat slechts 16% van de ijsvrije landoppervlakte van onze planeet ingenomen wordt door wilde natuur, al de rest is ingepalmd door de mens of door vee. Het boek geeft een heldere kijk op de mechanismen die ervoor zorgen dat we onze samenleving, onze natuur en onszelf uitputten en hoe we dat kunnen voorkomen. Het is een moedig boek en een persoonlijk pleidooi van de schrijver om de discussie los te weken over onze plek als mensheid binnen het groter geheel van onze planeet. Een aanrader voor iedereen met een zwaar belast klimaatgemoed.
Het is hoog tijd dat wij, mensheid, ons afvragen of onze ongebreidelde expansiedrift en onbegrensde groei op zijn zachtst gezegd niet een beetje misplaatst zijn.
Hoog tijd ook om werk te maken van onze relatie met de aarde, de grond, de planten- en dierenwereld, onze medemens en met onszelf. Laat dàt hier de drijfveer zijn voor ons 6de jaar Bookette.
Warme groet,
Sanne